Made – “Wij brengen in ons jubileumjaar geen nieuw stuk op de planken, want theater De Bernardus kent een betonvloer vandaar en een heuse theatertribune.” De toneeltoon was gezet om alle mensen mee te laten genieten van ’t Onrustige Rusthuis. " Om iedereen in ons gouden jubileumjaar mee te laten genieten spelen we drie keer de klucht van Henk Roede en opnieuw zullen de lachspieren moeten overwerken, net zoals ik straks in het stuk doe,” zei voorzitter Ben de Bruijn. En daarin kreeg hij gelijk.
Door Michiel Peeters
Weken lang al keek een groot publiek uit naar de nieuwste klucht van ’t Dorpstheater in het eerste weekend van november. Een traditie die na vijftig jaren goud gekleurd is in Made. Regisseur Jan de Graaf kneedde zijn acteurs tot toneelmensen die de lachspieren zouden kneden, net zoals in een sporttheater. Daar was geen woord teveel van gezegd.
De oude rotten die de lach aan hun kont hebben hangen en de jonge, veelbelovende jonge aanwas, lieten met zijn allen de vele debutanten op de lach meeliften en daarmee het publiek van hun gouden spel.
Iedere speler haalde het uiterste uit zijn of haar rol. Het plezier waarmee de acteurs van ’t Dorpstheater speelden, leidde maar tot één conclusie voor de toeschouwers: ‘Ik ben blij dat ik geweest ben.’
Verdwenen geld
De hilarische klucht in drie bedrijven van Henk Roede speelt zich af in een bejaardentehuis met slechts drie bewoners. Het loopt niet op rolletjes. Het personeel is zozo, niet wat je zou verwachten. En dan is er ook nog eens, geen kok! De problemen beginnen pas echt met het verdwijnen van een grote som geld.
Deze drie oude van dagen kunnen rekenen op de constante zorg van de directrice, zuster Theadoramiena, Mart de schoonmaker, klusjesman Taco en dokter Boonstra. Het team is nog niet compleet, want er wordt nog druk gezocht naar een goede kok. Al deze ingrediënten zorgden voor een dolkomische avond. Een toneelstuk vol met misverstanden en dubbelzinnigheden, die garant stond voor een hilarische avond.
Gelachen werd er in de jubileumklucht van ’t Dorpstheater. Voortdurend klonk er een daverend geschater of ingetogen gegrinnik. Onvoorstelbaar zoveel en dat een hele avond lang. Dat is best bijzonder, want een klucht vertolken blijft een van de moeilijkste onderdelen van toneelspelen. Twee uur lang spanning en humor op het toneel zetten is knap. Toneelvereniging ’t Dorpstheater slaagde met lof voor het ‘gouden toneelexamen’. Alle rollen zetten de tien acteurs op een vlotte manier op de ‘planken’.
De een deed dat gebekt, de ander schudde het uit zijn mouw, een volgende rolvast, maar wel op elkaar ingespeeld. Het lijkt zo simpel, maar daar zit hem nu juist de kracht van deze spelers. Op een natuurlijke wijze wisten ze gestalte te geven aan hun rollen. Waren de teksten op zich al vol humor, juist door hun mimiek en motoriek gaven ze daar vaak nog een extra dimensie aan. Hilarisch waren de nachtelijke taferelen van slaapwandelaar Miep, het geleuter tussen Olle Alle en Driekus, het getreur van ‘lelluk misbaksel’ en zuster Theodoramnie en natuurlijk de metamorfose van diezelfde verzorgende! De crew speelde als een team en zeer natuurlijk.
Subtiel
Maar het succes van die klucht valt of staat met een goede regisseur. En dat is Jan de Graaf al jaren toevertrouwd. Ook dit jaar slaagde hij er in het uiterste uit de spelers te halen en met het licht, geluid en decor op een geraffineerde of subtiele manier zijn regie te benadrukken.
Ben de Bruijn somde op wat er allemaal komt kijken bij het houden een jaarlijkse toneeluitvoering, een ware waslijst. Maar benadrukte de voorzitter, spelers kunnen pas goed hun spel spelen als het totale plaatje goed in elkaar steekt. Het geheel is ook hier zo sterk als de kleinste schakel.
Of het nu gaat om het bouwen van een totaal nieuw decor voor de komende vijftig jaar, het bijeen zoeken van de rekwisieten, het samenstellen van een programmaboekje, het zoeken van sponsors en opslagruimte, de grime voor en tijdens de voorstelling en kleding. En natuurlijk de helpende handen achter het decor, de toneelmeesters. Bij een goed toneel mogen toneelmeesters niet ontbreken en de mensen van het licht en geluid evenals de lotverkopers voor de grote tombola. Natuurlijk moeten ook de jubilarissen gehuldigd worden.
Bloemenhulde
Annie van der Ven, door familieomstandigheden kon ze dit jaar voor het eerst in vijftig jaar, buiten de bevallingen, zoals ze zelf zei, geen toneelrol spelen. De bloemenhulde onderging ze in de zaterdagvoorstelling.
