Jullie mogen het gerust weten: Ik slik sinds kort bloedverdunners. Ik schaam me er niet voor. Sterker nog, ik durf het gerust nog een keer te schrijven: Ik slik sinds kort bloedverdunners. Hopla. Geen probleem. Het zijn lichte medicijnen. Zolang de medicatie niet eindigt op ‘pam’, ‘fine’ of ‘dol’ valt het allemaal nog wel mee, heb ik begrepen. Het is alleen beter om de bijwerkingen niet te lezen, want dan neemt je bloeddruk alsnog toe.
Ik kom zo weinig in een apotheek dat ik niet eens wist dat die was verhuisd. ‘Sorry meneer, op deze locatie zit al vijf jaar een schoenenwinkel. De apotheek zit nu in de voormalige Rabobank.’ Ik moest meteen denken aan de slogan: Jazeker, de apotheker! Deze kans zouden ze toch zeker niet hebben laten liggen? Wel dus. Jammer dat er juist in deze wereld zo weinig ruimte is voor humor. Het zal de zorg een zorg zijn.
Ik herinner me een moment van een bezoek aan een oom van mij, die ondanks zijn pijn, de moed vond om een grap te maken van zijn eigen toestand. Kijkend naar de stapel medicijnen naast zijn bed zei hij met een schorre stem: ‘Als ik al die pillen mee kan nemen, dan begin ik na de dood zelf een apotheek’.
Afijn, nadat ik de medicijnen had opgehaald bij de apotheek, moest ik nog even naar de supermarkt voor wat boodschappen. Toen ik bij de kassa aankwam haalde ik mijn tas leeg en zette de artikelen op de loopband. Onbewust legde ik ook het doosje bloedverdunners erop. Dat had ik beter niet kunnen doen in een rij met louter vrouwen. Ze begonnen tegen me te praten en dan loopt mijn bloeddruk altijd op. Pratende vrouwen zijn op zich prima te doen, zolang ze het maar tegen elkaar hebben. Op het moment dat ik degene ben tegen wie ze spreken, dan krijg ik het benauwd. De kassière merkte op dat ik boodschappen en medicijnen beter in verschillende tassen kon doen voortaan. Je hebt daar speciale medicijnbuidels voor die je om je middel kunt doen. Maar ik voel er niks voor om als een medicijnman de straat op te gaan, zodat iedereen kan zien dat ik niet in orde ben.
Ik wilde mijn excuses maken voor mijn onhandige actie, maar de vrouw voor me nam het woord al over. ‘Kijk nou, acetylsalicylzuur, die gebruik ik ook, wat grappig. Heb je ook een te hoge bloeddruk?’ Ook de vrouw achter mij begon zich er meteen mee te bemoeien. ‘Ik slik die ook al jaren en ben sindsdien onafgebroken aan de dunne. Ik krijg er ook dikke benen van.’
Ik knikte en deed net alsof ik het leuk vond dat ik wat ‘lotgenoten’ had gevonden, terwijl ik ondertussen iets te opzichtig naar haar benen keek, die er inderdaad uitzagen als twee prefab betonnen pijlers. Toen ik de supermarkt uitliep kon ik het niet laten om tegen haar te zeggen: ‘Maar als je chips blijft vreten, dan heb je niet zoveel aan bloedverdunners’. Ja, humor, wat mij betreft is dat nog steeds het beste medicijn.
