Er zijn jaren geweest dat ik daar ontzettend naar uit keek: de jaarlijkse kerstborrel op het werk. Dat was die ene dag dat onze vrijgezelle productiemedewerker Nico bij hoge uitzondering een keertje op z’n fiets kwam, zodat ie zich een slag in de rondte kon zuipen. Er zijn jaren geweest dat ie er twee dagen over deed om thuis te komen. En Elly van de administratie, die vanwege haar medicatie voor overgangsklachten geen alcohol mocht drinken, had op die ochtend altijd haar auto vol zitten met kantoorpersoneel, die ze ’s avonds zo dronken als een oorlogsschip weer thuis moest afzetten.

Kerstborrels waren vooral zo aantrekkelijk, omdat je een half uur eerder mocht stoppen met werken. Ans van de HR stond zelfs om 16.15 uur al in de kantine om de glühwein op te warmen. Je rook de geur van de worstenbroodjes al vanachter je pc en vanuit je ooghoeken zag je die stoffige muts van de balie ineens weer met dat hertengewei op haar hoofd zitten, die ze eenmaal per jaar uit haar laatje tevoorschijn toverde. En je wist, dit gaat weer een dolle avond worden, met wederom enkele smeuïge gebeurtenissen, die de betrokkenen nog tot in lengte van jaren zouden achtervolgen. Niets is zo erg als straalbezopen worden tussen een groep nerd-collega's, die zich dat in het nieuwe jaar nog kunnen herinneren. Kotsen en black-outs krijgen kun je beter samen met vrienden doen.

Ik heb legendarische kerstborrels meegemaakt. Henk van de boekhouding is ooit eens aangerand op het toilet door een vrouwelijke collega, wat uitmondde in een ordinaire vechtpartij. We zagen toen pas dat je nog best hard kan slaan met zo'n kerstpakket. Het zat dat jaar in een grote tas vol met blikken kipragout en fruitcocktail. Het bleek een prettig slagwapen voor Ria, die altijd blij was dat ze een avondje weg was van haar dooie echtgenoot in die suffige aanleunwoning in Werkendam. Henk had er deze keer echter geen zin in en heeft de hele kerstvakantie met een hoofdwond thuis op de bank gezeten, naast zijn evenzo futloze eigen vrouw.

Ik mocht bij dit soort gelegenheden altijd graag een beetje tegen de baas aan leuteren. Heerlijk om die knakker helemaal gek te maken door wat te roddelen over iedereen. Een beetje kleinerend doen over de prestaties van je collega’s en mezelf helemaal de hemel in prijzen. Verklappen dat die zijige Eugène van de sales, die altijd met zijn paarse schoenen door het kantoor paradeert, in zijn vrije tijd graag met een zweep wordt geslagen door naakte mannen. En rondbazuinen dat de werkster in het fietsenhok heeft staan flikflooien met de onderdirecteur. En als je hem daarna sprak gewoon alles glashard ontkennen en roepen dat ie gestoord was. Of bij jongere collega’s gaan staan en de boel lekker opnaaien. Hoe meer alcohol er in zat, hoe meer je ze onzeker kon krijgen over hun toekomst.

Ja dat waren mooie tijden. Tegenwoordig ben ik zzp-er en is het maar eenzaam bij de kerstborrel. Aan de andere kant heb ik ook geen heibel na afloop.