Terwijl wij ons afvragen of de oliebollen al op temperatuur zijn en wie dit jaar wéér te laat komt bij het aftellen, wordt elders in Europa Oud en Nieuw minstens zo creatief aangepakt.

In Spanje bijvoorbeeld is Oud en Nieuw een ware stress-test voor de kaakspieren. Bij elke klokslag moet er een druif worden weggewerkt. Twaalf slagen, twaalf druiven, en geen tijd om te kauwen. Wie het haalt zonder te stikken, begint het nieuwe jaar officieel met geluk én een indrukwekkende sliktechniek.

In Italië gooien ze het letterlijk over een andere boeg. Daar staat rood ondergoed symbool voor voorspoed en liefde. Hoe spannender het jaar, hoe roder de slip. Geruchten gaan dat sommige Italiaanse waslijnen op 1 januari verdacht veel op een brandalarm lijken.

De Deen doet het rustiger, maar niet minder verrassend. In Denemarken gooien mensen borden kapot bij vrienden en familie. Hoe groter de stapel scherven voor je deur, hoe populairder je bent. Het is de enige avond in het jaar waarop je hoopt dat iedereen je servieshaat deelt.

In Duitsland wordt de toekomst letterlijk gegoten. Met Bleigießen smelten ze een stukje metaal en gieten dat in koud water. De vorm die ontstaat, voorspelt wat het nieuwe jaar brengt. Een hart betekent liefde, een boot reizen, en iets wat niemand kan herkennen, betekent meestal: ‘we zien wel’.

De Schotten nemen geen enkel risico en sturen bij Hogmanay eerst een lange, donkere man met cadeautjes het huis binnen voor geluk. Liefst met whisky. Mocht dat laatste ontbreken, dan telt het ritueel ineens een stuk minder.

En dan is er nog Oostenrijk, waar men marsepeinen varkentjes cadeau doet. Want niets zegt ‘veel geluk in het nieuwe jaar’ zo overtuigend als een suikerig varken op je bord.

Kortom: waar wij aftellen met champagne in de hand, druiven slikken, borden gooien of rood ondergoed dragen – één ding is overal hetzelfde. We laten het oude jaar met veel lawaai achter ons en beginnen het nieuwe met goede moed, lichte chaos en de hoop dat het volgend jaar nóg beter (of op z’n minst grappiger) wordt.