Ricardo (*) is wijkagent en kent zijn pappenheimers. Hij geniet van zijn werk omdat hij veelvuldig in contact komt met mensen, vooral de jeugd. Vandaag staat hij op met een mix van walging en discipline. Als Nederland nog slaapt, staat hij onder de douche.

Hij heeft de nacht van oudjaarsavond naar 1 januari (nu een jaar geleden) nog helder voor ogen. Een helse nacht met veel geweld, stenen gooiende jongeren, brandstichting, brutaliteit ten top. Ricardo is vandaag een van de honderden medewerkers bij de Mobiele Eenheid. Dat werk kent geen vaste kantoortijden en geen voorspelbare werkdagen. Elke inzet is anders, elke voorbereiding intensief en elke afloop beladen met emoties. Toch is het precies die dynamiek die hem al meer dan tien jaar in het vak houdt ondanks het nare gevoel van vorig jaar.

Hoe ziet je dag eruit?

Oudjaarsdag begint in alle rust. Op het bureau verzamelt de ploeg zich voor de briefing. “Je voelt altijd een lichte spanning,” vertelt Ricardo. “Dat moet ook, want zodra je verslapt, kunnen dingen sneller misgaan. Tijdens de briefing wordt besproken wat de aanleiding is voor de inzet: vandaag zijn we daar inzetbaar waar de viering van de jaarwisseling uit de hand dreigt te lopen. Dat is anders dan in touw zijn tijdens een voetbalwedstrijd met verhoogd risicoprofiel, een aangekondigde demonstratie of een onverwacht oproer. Ook worden er scenario’s doorgenomen, aanhoudingsdoelen besproken en rollen verdeeld. Het is een combinatie van militair ogende precisie en menselijke alertheid.”

Pepperspray

Vandaag gaan de agenten (m/v) een onbekend doel tegemoet. Samen trekken ze hun beschermende uitrusting aan. Hebben ze alles bij zich? Helmen, kogelwerende vesten, wapenstok, pepperspray, beschermers voor armen en benen. Het voelt zwaar en log, maar Ricardo weet dat het hem bescherming geeft tegen stenen, vuurwerk en soms pure agressie. Als de ME klaar is, begint het wachten. De kans is groot dat het zoals zo vaak flink uit de hand gaat lopen. Ondanks dat de jongens en meiden van de ME daar op voorbereid zijn, herinnert Ricardo de angst en de pijn van vorig jaar nog goed.

Film

Eenmaal in de grote ME-bus, draait de film van de vorige jaarwisseling weer in het hoofd van Ricardo. De motor start, de deuren schuiven dicht. Ricardo: “Hopelijk hoeven we niet in actie te komen en werkt onze aanwezigheid al voldoende afschrikwekkend. Het liefst blijft de ME op de achtergrond, als afschrikking, als stabiliserende factor. Toch komt het regelmatig tot confrontaties. Ik herinner me de nacht van vorig jaar nog goed. De spanning liep hoog op. Wat begon als een vreedzaam vuurtje met rotjes van kinderen, veranderde binnen enkele minuten in een chaos. Uit het niets lag allerlei brandbaar spul op een hoop. Een steekvlam van meters hoog. Dan weet je als ME dat de brandweer onderweg is en de kans groot is dat die hulptroepen ontvangen worden met stenen, flessen en zelf molotovcocktails. We stonden in één strakke lijn opgesteld. Met gillende sirene arriveerde de brandweer. En ja hoor, daar begon het. Met onze schilden in de aanslag weerden we zoveel mogelijk gevaarlijk spul dat door de lucht vloog af. Een groep, gehuld in jassen met capuchons en dassen voor mond en neus, probeerde door ons ME-cordon te breken. Het geluid van vuurwerk knalde tussen de gebouwen. Op zo’n moment weet je dat het woord ‘aanvallen’ niet lang meer op zich laat wachten. We bewegen als één geheel, we werken samen, we beschermen elkaar.”

Ik wankel

De menigte lijkt vol blinde agressie te zitten. Vaak een combinatie van drugs en drank. “Ik zie de emoties op de gezichten tegenover me: woede, frustratie, soms gewoon angst of misleiding. Plotseling word ik geraakt door een straatklinker, ik wankel en strompel naar achteren, ik hoor niet meer bij de groep. Kennelijk is dat het moment waarop de zwart geklede aasgieren hebben gewacht. De menigte duwt, schreeuwt, slaat en schopt. Even voel ik niks meer. Ik word overeind geholpen, ik bloed als een rund, terug de bus in. Ga ik dood of haal ik het nog? Als ik eraan denk schieten nog mijn ogen vol.”

Psycholoog

“Als het commando ‘terugtrekken’ wordt gegeven, weet ik dat we spoedig terug zijn op ons hoofdkwartier. Ik blijk niet de enige die gewond is. Onze gezichten zijn niet alleen rood van inspanning, de stemmen hees van het roepen. Er wordt nagepraat, gelachen, soms gezwegen. Ik moet huilen maar laat het niet toe. Die nacht rukt onze ploeg nog meerdere keren uit, dit keer zonder mij want ik moet gehecht worden. Al snel na deze nacht, zit ik bij onze psycholoog met wie ik een prima contact heb. Langzaam maar zeker keert het vertrouwen in mezelf en in de mensheid terug. Vandaag moet ik zien te overleven want als het opnieuw misgaat, vrees ik voor mijn baan.”

Wat is dat toch dat hulpverleners niet meer hun werk kunnen doen? Hoe komt het toch dat mensen in het ziekenhuis verrot gescholden worden? Wat bezielt vaders van kinderen om met hulpverleners in gevecht te willen gaan. Oud en Nieuw was ooit een prachtige avond, een sfeervolle nacht. We wensen Ricardo succes.

(*) Om reden van privacy is Ricardo niet zijn echte naam